Inleiding
Coregulatie is – tezamen met hiërarchie en neuroceptie – een van de drie grondslagen van de polyvagaaltheorie. Mensen zijn sociale wezens, zo zijn we ‘bedraad’, zo is de ‘hardware’ van ons brein en ons zenuwstelsel aangelegd. We hebben een biologische behoefte om afgestemd te zijn in relaties op anderen.
Coregulatie kun je omschrijven als het effect van de interactie tussen mensen op het kunnen reguleren van de fysiologische staat (laten we zeggen: de lichaamsgevoelens en de emoties). Het is een belangrijk element van veiligheid, waaruit onze sociale betrokkenheid voortkomt. De autonome zenuwstelsels van twee mensen (of andere zoogdieren) vinden bescherming in een gezamenlijk gevormde ervaring van verbondenheid. Idealiter is coregulatie wederkerig. Het geven en ontvangen van signalen van afgestemdheid versterkt de relatie.
Ben je therapeut of zorgverlener en geïnteresseerd
in deze materie?
Ik heb een tweedaagse training ontwikkeld:
"De Polyvagaaltheorie en Traumaresponsen”.
Verdiepende theorie met een vertaalslag naar de praktijk.
Alle (!) positieve relaties draaien om coregulatie. We leren dit als kind, het is een stap op weg naar een veilige hechting. Als je niet goed leert coreguleren (bijv. door misbruik of verwaarlozing), dan ‘leer’ je niet goed lichaamssignalen te herkennen en misschien zelfs dat coregulatie zelfs gevaarlijk kan zijn. Je bent dan voornamelijk aangewezen op zelfregulatie. In een niet-optimale omgeving om je in te ontwikkelen, komt dit praktisch gezien vaak neer op leven in een sympatische of een dorsaal vagale staat (zie polyvagaaltheorie): boos of angstig en teruggetrokken.